Historische Kring gemeente Leek e.o.

Artikelindex


Enumatil. 4 augustus


Hedenmiddag geraakte vermoedelijk door het warm loopen van de as, de molen van den heer Vink alhier, in brand. Het vuur was zoo hevig dat ook twee belendende perceelen, een van de heer Vink en een van de heer Bousema vlam vatten. Tegen deze vuurzeee was de kleine brandspuit, die spoedig op het tooneel van van den brand verscheen niet opgewassen, zoodat men bij het verzenden van dit bericht vreest, dat de brand zich nog verder zal uitbreiden.


In het volgende nummer van de krant verscheen een uitgebreid verslag:


Verslag van de Molenbrand op 4 augustus 1906


In ons vorige nummer hebben we reeds een en ander gemeld van de ramp die het dorpje Enumatil getroffen heeft.
Heden morgen hebben we eens een onderzoek in loco ingesteld. De plaats van den brand biedt een treurigen aanblik. Het steenen onderstuk van den molen staat er nog zwart geblakerd door de vlammen, evenals de hoofdzaak van de muren der twee belendenden huizen der heeren Dijkstra en Steenhuizen, bewoond door Bouwsema , timmerman en winkelier.
Zaterdagmiddag ongeveer half een, terwijl de molenknecht, die in de onmiddelijke nabijheid woont, aan tafel zat, sloeg plotseling de vlam uit den molen ongeveer ter hoogte van de molensteenen. Men vermoedt dat de molen warm gelopen is in die buurt, maar weet dienomtrent niets met zekerheid. Door den krachtigen westenwind aangewakkerd , stond het rieten dak van den molen in een ommezien in brand en het brandende riet werd door den wind meegesleept, tengevolge waarvan de twee huizen oostenlijk spoedig vlam vatten. De brandspuit van Enumatil was spoedig ter plaatse, maar kon aan de molen weinig beginnen. Ze hield zich dan ook meer bezig met de huizen.
Molen en huis van den heer Dijkstra stonden op de gemeente Zuidhorn. Alle drie perceelen zijn afgebrand. In het huis van Bousema is ook nog hooi verbrand, dat daar geborgen was door de heeren Veenstra en Hoolsema. De inboedel van Dijkstra is geheel gered. Bousema heeft slechts het huisraad kunnen redden uit een kamer: winkelopstand, gereedschappen hout, enz zijn verbrand. Het duurde echter niet lang of aan de Oostzijde van het diep begon de brand zich uit te breiden.

Het huis van den kastelein Ter Veer begon door vonken hitte vlam te vatten dreigde weldra in brand te zullen gaan. Weldra kwamen nu ook brandspuiten aan van Zuihorn, Leek en Den Horn.
De burgemeester der gemeente Leek, jhr. Van Panhuys was de spuit vooruitgesneld en bracht de regeling der manschappen in orde.
Toen de spuit aankwam kon direct met het werktuig, dat zeer flink werkte, worden begonnen en ook de andere spuiten bepaalde zich thans meer tot bescherming der huizen aan de Oostzijde va het Hoendiep.Om half twee was het een zeer kritiek moment.
Aan de Westzijde brandde het geducht. Aan de Oostzijde begonnen de huizen van de heeren kastelein Ter Veer, Hamming, Van Til en de boerderij van den heer Wieringa hier en daar vlammetjes en rook te vertoonen. Door het werk der brandspuiten wist men evenwel dit alles spoedig te blusschen.De inboedels waren natuurlijk reeds lang uit de huizen weggehaald of ingepakt.
Om drie uur was het grootste gevaar voorbij, en de brandspuit van Hoogkerk, die nog bijna aan Enumatil is toegeweest kon terug keren. Men heeft ook een telegram naar Groningen gestuurd om de stoombrandspuit, maar die is niet meer nodig geweest.
Omtrent de verzekeringen kunnen we nog het volgende meedeelen: De molen, eigenaar de heer Dijkstra, in huur bij den heer Vink was verzekerd voor fl 6000,00 bij den Onderlinge Brandmij van Windmolens vooor de prov. Groningen; het huis van de heer Dijkstra voor fl 3000,00 bij Neerlandis te scheveningen, de inboedel voor fl 1000,00 bij de Hollandse Brand en Levensverzek. Mij te Amsterdam.
Het winkelhuis, eigenaar de heer S. Steenhuizen, in huur bij den heer A. Bousema, voor fl 4000,00 bij de Nederlanden te s`Gravenhage, de inboedel, winkelvoorraad, etc. voor fl 1375,00 bij dezelfde maatschappij.
Ergelijk werd genoemd de houding van de mannen der Zuidhorner spuit, die met twee ploegen kwam. De eene ploeg was pas bezig met spuiten of de anderen gingen op onderzoek uit, of er iets was te genieten van het goede der aarde. Bier , wijn, drank, alles was van hun gading, zoodat dat de mannen in 't laatst niet meer heel vast ter been waren en de menschen, die toch reeds in angst zaten, brutaliseerden. De houding der mannen van de andere spuiten was uitstekend en correct in alles. Aan de tegenwoordigheid van geest van een broeder van den kastelein Ter Veer is het misschien voor een deel te danken, dat geen grootere ongelukken geschiedden. Hij betwistte aan de vlammen met mannenmoed elk stukje van het dak van het huis. Was dit in brand geraakt, het onheil was niet te overzien geweest.

stafkaart1864.jpg
















Detail van een stafkaart uit 1864, waarop een oliemolen en twee pelmolens vermeld staan.